Algemeen

Chinchilla’s zijn exotische zoogdieren die vroeger met name voor de bont-industrie werden gekweekt.

Jarenlang werd dit diertje op grote schaal gefokt om zijn zachte, dichte pels. Tegenwoordig komen deze karakteristieke knaagdieren steeds meer als gezelschapsdier in de belangstelling, vanwege hun fraaie uiterlijk en vriendelijke karakter. Nu de bontfokkerij niet langer is toegestaan, blijft de chinchilla nog altijd populair als huisdier. Ze stinken niet en stellen geen ingewikkelde eisen aan hun voeding. Bovendien zijn ze vrijwel nooit agressief. Dit maakt hen ook tot prettig gezelschap voor wat oudere kinderen. Omdat chinchilla’s soms onrustig en springerig zijn, is het niet verstandig het diertje aan (heel) jonge kinderen te geven. Vooral voor mensen die weinig tijd hebben voor een hond of kat, kan een chinchilla een ideaal huisdier zijn, omdat een chinchilla vooral ’s avonds actief is, en zich met een maatje prima kan vermaken! Het is om die reden dat een chinchilla meer en meer een van de leukste huisdieren aan het worden is!

Knaagdieren zijn zeer geschikt als huisdier, omdat ze zich gemakkelijk aanpassen aan verschillende situaties. In ons land wordt de chinchilla sinds ongeveer 1980 als huisdier gehouden. Door hun dichte, wollige vacht zien ze er prachtig uit en hun speelse, nieuwsgierige karakter maakt ze als gezelschapsdieren erg aantrekkelijk. Echter, om een chinchilla goed te huisvesten en te voeden, is wel een bepaalde kennis noodzakelijk. Wij hebben geprobeerd deze kennis voor u op een overzichtelijke wijze te plaatsen op deze website. Veel leesplezier!

Oorspronkelijke biotoop en de natuurlijke leefwijze 

Chinchilla’s zijn cavia-achtigen en kunnen ontzettend goed klauteren. In de natuur hebben ze deze eigenschap ook wel nodig opdat ze daar behendig over de rotsen kunnen klauteren. De chinchilla’s leven in de natuur op de Andes bergketens van Peru, Bolivia en Chili. Met name uit het laatst genoemde land stamt de Chinchilla lanigera. Zij leven daar op grote hoogte, met enorme klimaatverschillen. De bodem is daar bedekt met vulkanische as (waarin de Chinchilla’s hun stofbad nemen) van de daar aanwezige vulkanen. De temperatuur varieert van -10 ’s nachts tot 50 graden overdag in de zon. De luchtvochtigheid varieert van 4 – 60%. Het klimaat kan gekenmerkt worden als een subtropisch steppenklimaat. De spaarzame diersoorten die in een dergelijk gebied leven zijn aangepast aan hun omgeving. De chinchilla’s onder andere door hun vacht. Althans, dat was in de 16e eeuw het geval, daarna zijn ze vrijwel allemaal weggevangen en werden de dieren voor de bontindustrie gebruikt. Tegenwoordig is het diertje in de vrije natuur praktisch uitgestorven. Dhr. Chapman heeft de laatste 11 chinchilla’s weten te vangen en is uiteindelijk met de diertjes gaan kweken. Eigenlijk stammen al onze chinchilla’s af van deze laatste 11 chinchilla’s. De latijnse naam is Chinchilla Laniger, ofwel langstaart-chinchilla. De chinchilla is op en top een groepsdier. Hij voelt zich doodongelukkig als hij alleen moet leven. In eenzaamheid gaat hij allerlei gedragsstoornissen vertonen, wordt ziek en kwijnt weg.

Een chinchilla is dus een Zuid-Amerikaans dier. In de natuur leefden ze overigens in groepen, schuilen deden ze in rotsspleten en grotten, waar de vrouwtjes ook hun jongen ter wereld brachten. Dit was nodig om de uitersten van het klimaat te ontlopen. Daarnaast zijn ze in staat om in deze droge streken zeer zuinig met water om te gaan. Chinchilla’s in de natuur leefden in kleinere of grotere groepen, soms wel tot 100 dieren. In de fokkerijen worden chinchilla’s zowel in paartjes als in polygame groepen gehouden. Dat chinchilla’s schemerdieren zijn wil niet zeggen dat ze overdag altijd slapen hoor! Wanneer wij overdag de schuur binnenkomen zitten ze actief op hun achterste pootjes, wachtend op een lekkernijtje! In de natuur vinden chinchilla’s het heerlijk om in de zon te liggen. Maar met onze gezelschapsdieren moeten we wel oppassen. Chinchilla’s kunnen namelijk niet leven boven de 30 graden. De chinchilla stinkt niet, kan vrij tam worden en is vooral actief in de avonduren, wanneer mensen thuis zijn.

 Leuke namen! Klik hier

Systematiek 

Klasse:                Zoogdieren

Suborde:            Hystricomorpha

Familie:              Chinchillidae

Onderfamilie:   Chinchilla’s

Er zouden bij de chinchilla twee soorten voorkomen met binnen de eerste soort twee ondersoorten, door sommigen ook wel ingedeeld als typen. De eerste soort is die van de kortstaart chinchilla’s (Chinchilla chinchilla). Deze wordt verdeeld in twee ondersoorten:

  • De grote kortstaart chinchilla (Chinchilla chinchilla chinchilla) (synoniemen: Koningschinchilla, Echte chinchilla, Edel chinchilla, type La Plata). Deze soort is in de natuur uitgestorven en ook in gevangenschap niet verder gefokt.
  • De kleine kortstaart chinchilla (Chinchilla chinchilla brevicaudata) (synoniem: Chinchilla chinchilla boliviana). Deze ondersoort is samen met de volgende soort zeer veel gebruikt in de fokkerij. Van de kleinere chinchilla (Chinchilla laniger) bestonden oorspronkelijk twee typen:Het Costina-type (punthoofdig), heeft een meer “spitse” kop, een gestrekter lijf en langere oren, waardoor hij slanker lijkt. Zijn pels is weliswaar dunner dan die van de La Plata, maar ook gelijkmatiger. Dit maakt hem bij uitstek geschikt voor de bonthandel. De Costina is beduidend donkerder dan de La Plata.
  • Tegenwoordig bestaan er praktisch geen “zuivere” exemplaren meer van deze typen. Beide stammen zijn zo vaak onderling gekruist dat er geen duidelijke verschillen meer zijn. De chinchilla is het enige zoogdier ter wereld waarbij meerdere haren uit één haarwortel groeien: uit elke wortel maar liefst 40 tot 120 haren! Dit maakt de pels zo enorm zacht en dicht. Pas na 9 maanden is de vacht volledig uitgegroeid. De eerste verharing begint wanneer het dier 1 jaar oud is, vervolgens herhaalt deze verharing zich elk jaar. Wanneer men in de vacht blaast van een wildkleurige chinchilla, kan men zien dat 1 haar verschillende kleuren heeft. De basis van het haar (aan de huid) is meestal donkergrijs. In het midden bevind zich een lichte band en het uiteinde is weer donker van kleur. Fokkers spreken van een “rozet”, wanneer deze scherp is afgetekend, spreekt men van een dier met een hele goede helderheid van de kleur. Deze rozet bezorgt de chinchilla zijn gemêleerde tint. De pels van een chinchilla bestaat uit twee soorten haar:
  • Het La Plata-type (breedhoofdig) heeft een stompe kop met kleine, ronde oren. Het lijf is compact, de pels dik en wollig, maar niet erg gelijkmatig. De La Plata is licht- tot middengrijs van kleur.
  • Tenslotte wordt nog een derde type, naast die van het type La Plata en La Costina genoemd: het Raton-type. Dit laatste type is tengevolge van kruisingen met ander typen verdwenen. Het betrof de kleinste vertegenwoordiger van de chinchilla’s, een diertje van 150 – 200 gram (volwassengewicht).
  • De tweede soort is die van de langstaart chinchilla’s (Chinchilla laniger) (synoniemen: Chinchilla velligera, kust chinchilla, kleine haas –of wolmuis, type La Costina). Ook deze soort is veel in de pelsfokkerijen gebruikt.
  1. Stoppelhaar: geeft vorm en veerkracht aan de vacht. Het is stug en houdt de vacht rechtop. Door fokkers worden deze haren ook wel gramharen genoemd. Een dier met veel uitstekende haartjes bezit veel gramharen.
  2. Borstelhaar: dit is soepeler en maakt de vacht zo zacht en dicht.

Signalement van de chinchilla:

Latijnse naam:Herkomst:Lichaamslengte:

Staartlengte:

Oorlengte:

Oorbreedte:

Achtervoetlengte:

Nagellengte:

Snorhaarlengte:

Gewicht:

Lichaamstemperatuur:

Geslachtsrijp:

 

Fokrijp:

Oestruscyclus:

Draagtijd:

Aantal jongen:

Geboortegewicht:

Ouders scheiden bij geboorte:

Eerste vruchtbare periode na geboorte:

Ogen open:

Zoogtijd:

Gemiddelde leeftijd:

Voedselopname:

Wateropname:

Omgevingstemperatuur:

Chinchilla Laniger Peru en Chili25 – 35 cm.13– 18 cm.4 – 6 cm.3– 4 cm.5 – 6 cm.2 – 4 mm.10 – 13 cm.

450 – 700 gram

37 graden

5 – 6 maanden (mannetje)

6 – 8 maanden (vrouwtje)

7 – 9 maanden

28 – 35 dagen

ongeveer 110 dagen

1 – 3 (max. 4)

35 – 60 gram

nee

binnen 24 uur

direct na geboorte

8 weken

10 – 15 jaar (max. 18 jaar)

20 – 40 gram per dag

20 – 30 ml. per dag

15 – 20 graden